’s Ochtends naar mijn werk loop ik meestal. Een enkele voetganger, fietser, vogels die kruimels van straat pikken, het carillon speelt een wijsje. Over de markt langs het fietsenrek, ga ik vandaag links of rechts? En dan zie ik ze staan. Twee fietsen. Ik blijf ook staan. Twee fietsen op hun kop. Een grap, is mijn eerste ingeving. Of zijn ze kapot?
Terwijl ik de straat inloop zie ik kleine stofwolkjes, die even later weer weg zijn. Verleden jaar dacht ik nog dat ze er met cementzakken bezig waren, zo groot waren de wolken toen. Ik ging toen kijken, want ik hoorde verder niets. En inderdaad, geen mens te zien. En toen zag ik opeens uit de reusachtige oude taxus witgele vegen komen. Stuifmeel kwam los, geholpen door een vleugje wind.
Hoe snel maak je van een waarneming een interpretatie? Wanneer zit je mis? Met welke gevolgen? Of heb je niet door dat je mis zit en blijf je bij je interpretatie?